Achtergrond

Om verspreiding van COVID-19 tegen te gaan moet in Nederland iedereen die klachten heeft die bij COVID-19 passen thuisblijven. De belangrijkste klachten bij COVID-19 zijn verkoudheidsklachten (zoals loopneus, neusverkoudheid, niezen en keelpijn) en/of hoesten en/of benauwdheid en/of plotseling verlies van reuk of smaak en/of verhoging of koorts boven de 38 graden.

Voor kinderen van 0 tot en met 3 jaar geldt een uitzondering: zij mogen met verkoudheidsklachten naar de kinderopvang.*

* Voor een kind dat naar de kinderopvang (dagopvang en gastouderopvang 0 t/m 3 jaar) gaat, gelden de regels voor kinderen 0 t/m 3 jaar ongeacht de leeftijd.

Overwegingen

Het thuisblijf- en testbeleid voor kinderen is anders dan voor adolescenten en volwassenen. Bij jonge kinderen verloopt COVID-19 meestal niet ernstig. Hun rol in de transmissie van SARS-CoV-2 lijkt beperkt te zijn en zij hebben een andere epidemiologie van luchtweginfecties zoals COVID-19 (zie Kinderen en COVID-19).

Het kabinet heeft vanaf 29 november 2021 extra maatregelen ingesteld voor kinderopvang en onderwijs. Daarbij geldt ook een strenger beleid voor kinderen met verkoudheidsklachten.  

Advies

Wanneer mogen kinderen van 0 t/m 12 jaar naar de kinderopvang of basisschool en wanneer moeten zij thuisblijven?

Kinderen van 0 t/m 3 jaar hoeven per 15 oktober 2021 niet meer in quarantaine als zij een nauw contact (categorie 2) zijn van iemand met COVID-19. Wel krijgen zij het advies om bij het ontstaan van (milde) klachten tijdens de 10 dagen na het contact met de besmettelijke persoon thuis te blijven en zich te laten testen. Zie ook het BCO-protocol.

Kinderen van 0 t/m 3 jaar moeten thuisblijven als zij:

  • worden getest; zij blijven thuis totdat de uitslag bekend is;
  • een huisgenoot met COVID-19 hebben**;
  • een quarantaineadvies hebben na terugkomen uit het buitenland
  • een quarantaineadvies hebben vanwege een uitbraak in een groep in de opvang.

 
Kinderen van 0 t/m 3 jaar mogen naar de opvang:

  • met verkoudheidsklachten (zoals loopneus, neusverkoudheid, niezen en keelpijn);
  • als ze af en toe hoesten;
  • met bekende chronische luchtwegklachten, astma of hooikoorts zonder koorts en/of benauwdheid;
  • bij ontstaan van nieuwe klachten <8 weken na eerste ziektedag (of testdatum bij een asymptomatisch infectie) van een bevestigde SARS-CoV-2-infectie (zie richtlijn COVID-19).

 
Kinderen moeten thuisblijven bij verergering van deze klachten met hoesten, koorts en/of benauwdheid, of als zij getest gaan worden en/of in afwachting zijn van het testresultaat.

Kinderen van 4 t/m 12 jaar moeten thuisblijven als zij:

  • klachten hebben passend bij corona – ook als zij alleen verkoudheidsklachten (loopneus, neusverkoudheid, niezen en keelpijn) hebben en/of af en toe hoesten;
  • worden getest – zij blijven thuis totdat de uitslag bekend is;
  • een huisgenoot met COVID-19 hebben;**
  • een nauw contact zijn van iemand met COVID-19;***
  • een quarantaineadvies hebben na terugkomen uit het buitenland;
  • een quarantaineadvies hebben vanwege een uitbraak in een groep/klas op school of in de opvang.

** Dit geldt voor zowel immune als niet-immune kinderen. Zie ook het BCO-protocol.

*** Kinderen die <12 maanden een bevestigde SARS-CoV-2-infectie hebben doorgemaakt en/of volledig zijn gevaccineerd (vanaf 12 jaar) worden als immuun beschouwd. Voor hen gelden aparte thuisblijf- en testadviezen. Zie hiervoor het BCO-protocol en de Handreiking contact- en uitbraakonderzoek COVID-19 bij kinderen (0 t/m 12 jaar).

Kinderen van 4 t/m 12 jaar mogen naar de opvang en school:

  • met bekende chronische luchtwegklachten, astma of hooikoorts zonder koorts en/of benauwdheid;
  • bij ontstaan van nieuwe klachten <8 weken na eerste ziektedag (of testdatum bij een asymptomatisch infectie) van een bevestigde SARS-CoV-2-infectie (zie richtlijn COVID-19).
stroomschema

Let op! Kind ernstig ziek? → Verwijs naar de huisarts. Er is een dringend advies om te testen.
Zie voor het beleid voor huisgenoten: ‘Thuisblijven voor huisgenoten bij kind met verkoudheidsklachten?’.
Zie voor kinderen die niet getest worden: ‘Wat als een kind met klachten niet wordt getest?’.

Testen

Alle kinderen van 0 t/m 12 jaar met klachten passend bij COVID-19 kunnen getest worden. NB. Zie voor testmethoden bij (jonge) kinderen ‘Directe diagnostiek bij kinderen en speciale doelgroepen’ in de LCI- richtlijn COVID-19 en de Aanvullende informatie diagnostiek COVID-19.

In de volgende gevallen wordt testen van kinderen van 0 t/m 3 jaar in ieder geval dringend geadviseerd:

  • Het kind heeft naast verkoudheidsklachten ook koorts en/of is benauwd en/of hoest (meer dan incidenteel) – hierbij geldt: het kind laat zich testen en mag in principe bij een negatieve testuitslag weer naar de opvang of school.
  • Het kind is ernstig ziek – laat in die gevallen contact opnemen met de huisarts; die kan besluiten om het kind te laten testen.
  • Het kind heeft klachten die passen bij COVID-19 en is een huisgenoot (categorie 1-contact) van iemand die COVID-19 heeft.
  • Het kind heeft klachten die passen bij COVID-19 en is een contact (categorie 2- of 3-contact op opvang of school) van iemand die COVID-19 heeft.
  • De GGD adviseert testen omdat het kind deel uitmaakt van een uitbraakonderzoek.

 
In de volgende gevallen wordt testen van kinderen van 4 t/m 12 jaar in ieder geval dringend geadviseerd:

  • Het kind heeft (milde) klachten die passen bij COVID-19– hierbij geldt: het kind laat zich testen en mag in principe bij een negatieve testuitslag weer naar de opvang of school.
  • Het kind is ernstig ziek – laat in die gevallen contact opnemen met de huisarts; die kan besluiten om het kind te laten testen.
  • Het kind heeft klachten die passen bij COVID-19 en is een huisgenoot (categorie 1-contact) van iemand die COVID-19 heeft.
  • Het kind heeft klachten die passen bij COVID-19 en is een contact (categorie 2- of 3-contact op opvang of school) van iemand die COVID-19 heeft.
  • De GGD adviseert testen omdat het kind deel uitmaakt van een uitbraakonderzoek. 

Wat als een kind met klachten met een dringend testadvies niet wordt getest?

Een kind met klachten passend bij COVID-19 dat niet is getest, mag weer naar de kinderopvang of school als het 24 uur volledig klachtenvrij is. In het geval van aanhoudende milde klachten**** mag het kind weer naar de kinderopvang of school na 7 dagen nadat de klachten zijn begonnen, tenzij er nog een quarantaineadvies geldt (zie onder kopje ‘Wanneer mogen kinderen van 0 t/m 12 jaar naar de kinderopvang of basisschool en wanneer moeten zij thuisblijven?’).

**** Hieronder vallen verkoudheidsklachten (zoals neusverkoudheid, loopneus, niezen, keelpijn) en af en toe hoesten.

Beleid voor huisgenoten

Thuisblijven voor huisgenoten bij kind met verkoudheidsklachten?

Vanaf 8 juli 2021 hoeven huisgenoten van een kind met verkoudheidsklachten en koorts en/of benauwdheid niet meer thuis te blijven, ook niet in afwachting van een testuitslag van het kind of als het verkouden kind een dringend testadvies heeft.

Bovenstaande adviezen worden regelmatig geëvalueerd en op basis van de epidemiologische ontwikkelingen zo nodig aangepast. Zie ook de Beslisbomen verkouden kinderen.

Bron : RIVM