Voorschoolse educatie (VE)

Kinderen vanaf 2,5 jaar met een (risico op een) onderwijsachterstand door omgevingskenmerken kunnen voorschoolse educatie volgen. Peuters zijn dan spelenderwijs bezig met taal, voorbereidend rekenen, motoriek en sociaal-emotionele vaardigheden. Door voorschoolse educatie op de kinderopvang kunnen deze kinderen een betere start maken op de basisschool.

De Voorschoolse Educatie stond ook wel bekend onder Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE).

Onderwijsachterstand bij peuters tegengaan

Voorschoolse educatie is voor peuters (2,5 tot 4 jaar) met een risico op een onderwijsachterstand. De thuisomgeving kan een negatieve invloed hebben op de manier waarop een kind school doorloopt. Deze kinderen worden bijvoorbeeld thuis niet voorgelezen, omdat de ouders dat te moeilijk vinden.

Spelenderwijs leren op de kinderopvang

De kinderopvang biedt voorschoolse educatie aan. Pedagogisch medewerkers volgen met de peuters een programma dat de ontwikkeling op het gebied van taal, voorbereidend rekenen, motoriek en op sociaal-emotioneel vlak spelenderwijs aanmoedigt.

Effectiviteit van voorschoolse educatie

Uit onderzoek over voorschoolse educatie blijkt dat voorschoolse educatie werkt om achterstanden te verminderen. De achterstanden worden niet helemaal ingelopen. Kinderen krijgen door de ondersteuning wel een grotere woordenschat. Ook kunnen ze zich beter concentreren. En sommige jongens krijgen meer controle over hun emoties.

Eisen aan een kinderopvang met voorschoolse educatie

Kinderopvanglocaties moeten werken met speciale programma’s voor voorschoolse educatie. Zulke programma’s moedigen de ontwikkeling van kinderen op een samenhangende manier aan.
Bijvoorbeeld door:

  • woorden te leren;
  • te werken aan voorbereidend rekenen;
  • te bewegen;
  • samen te leren spelen.

De pedagogisch medewerkers bij de kinderopvang moeten zelf gesprekken kunnen voeren, spreken over een onderwerp en lezen op 3F niveau. Ook moet elke kinderopvang een pedagogisch plan hebben waarin bijzondere aandacht is voor voorschoolse educatie.

De Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD) en de Inspectie van het Onderwijs controleren de kwaliteit van de voorschoolse educatie.

Rol van gemeenten bij voorschoolse educatie

Gemeenten bepalen welke kinderen in aanmerking komen. De Rijksoverheid heeft daar kaders voor opgesteld. Hoe een gemeente de doelgroep bepaalt kan bij elke gemeente anders zijn. Meestal loopt het via het consultatiebureau. Het consultatiebureau geeft een kind dan een vve-indicatie. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor goede locaties voor voorschoolse educatie. Van de Rijksoverheid krijgen gemeenten geld om kinderen met een risico op een onderwijsachterstand te ondersteunen.

Ook bepaalt de gemeente welke organisaties en locates geregistreerd mogen worden voor de voorschoolse educatie. Het kan dus voorkomen dat een kinderopvangorganisatie wel de kennis en kwaliteiten heeft om voorschoolse educatie aan bieden, maar niet de mogelijkheid om gebruik te maken van de gemeentelijke subsidie omdat deze door de gemeente wordt voorbehouden aan andere organisaties.

Dit zorgt er dus wel voor dat er verschillen per gemeente zijn en keuzes van gemeentes voor aanbieders niet altijd transparant zijn.