Beroepskracht-kindratio BSO

De beroepskracht-kindratio BSO is de verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal kinderen in de groep, ook bekend als BKR of leidster-kind ratio. Er is ook een beroepskracht-kindratio KDV.

Hieronder staan de rekenregels voor de dagopvang. Deze zijn best omslachtig en moeilijk te berekenen, gelukkig is er hiervoor een rekentool beschikbaar van de overheid.

Buitenschoolse opvang

Het minimaal aantal in te zetten beroepskrachten in relatie tot het aantal aanwezige kinderen in een basisgroep wordt bepaald op basis van tabel 2. De voorwaarden met betrekking tot de maximale grootte van een basisgroep zijn in tabel 2 verwerkt.

Leeftijd kinderenMinimaal
aantal
beroepskrachten
Maximaal
aantal
kinderen
Minimaal
aantal
beroepskrachten
Maximaal
aantal
kinderen
Minimaal
aantal
beroepskrachten
Maximaal
aantal
kinderen
4 tot 7110220—-—-
7 tot de leeftijd waarop het basisonderwijs eindigt112224330
4 tot de leeftijd waarop het basisonderwijs eindigt111 1222 2—-—-

1 Waarvan maximaal negen kinderen van 4 tot 7 jaar.
2 Waarvan maximaal achttien kinderen van 4 tot 7 jaar.

Combinatiegroepen dagopvang/buitenschoolse opvang en peuterspeelzaalwerk/buitenschoolse opvang

Het minimaal aantal in te zetten beroepskrachten in relatie tot het aantal aanwezige kinderen in een combinatiegroep dagopvang/buitenschoolse opvang of peuterspeelzaalwerk/buitenschoolse opvang wordt bepaald op basis van tabel 1 waarbij een kind van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs eindigt, wordt beschouwd als een kind van 3 tot 4 jaar.

Afwijken van de BKR

De kinderopvang mag volgens de drie-uursregeling 3 uur per dag afwijken van de BKR. Dat betekent dat er in deze periode minder pedagogisch medewerkers ingezet mogen worden dan volgens de beroepskracht-kindratio verplicht is. Deze 3-uursregeling wordt vaak gebruikt aan de randen van de dag (zoals 1 uurtje na opening en 1 uurtje voor sluiting) en tijdens de lunchpauze.