Deze rapportage gaat onder andere in op het gebruik kinderopvangtoeslag, ontwikkeling van de gemiddelde uurprijs van opvang en het aantal locaties in de dagopvang in het eerste kwartaal van 2022

1.    Gebruik kinderopvangtoeslag

In het eerste kwartaal van 2022 gingen er 868.000 kinderen met kinderopvangtoeslag naar de opvang. Dit is een toename van 42.000 kinderen ten opzichte van het eerste kwartaal van vorig jaar. De opgaande trend van voor corona lijkt daarmee weer teruggekeerd.

Onderstaande tabel laat het aantal kinderen dat naar de opvang ging met kinderopvangtoeslag zien. In het eerste kwartaal van dit jaar gingen er 373.000 kinderen naar de dagopvang, 421.000 kinderen naar de buitenschoolse opvang en 94.000 kinderen naar de gastouderopvang. Daarmee zijn er meer kinderen naar de dagopvang en buitenschoolse opvang gegaan in het eerste kwartaal ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar en is het gebruik van gastouderopvang verder gedaald. De toename van het gemiddelde aantal uren opvang per kind per maand is wel bij iedere opvangsoort gestegen. Kinderen gingen in het eerste kwartaal van 2022 gemiddeld 64,1 uur naar de opvang, 2,3 uur meer dan het eerste kwartaal van 2021. De toename bij de dagopvang van 2,8 uur is het grootst.

Tabel 1

geheelgeheelgeheelgeheel1e kw1e kw
Aantal kinderen (x 1000) (2)201820192020202120212022
Totaal (3)785818824834826868
Kinderdagcentra328341344356350373
Buitenschoolse opvang366390399401399421
Gastouderopvang 0- t/m 3-jarigen656460595959
Gastouderopvang 4- tot 12-jarigen504742384036
Uren per kind per maand
Totaal58,159,261,162,961,964,1
Kinderdagcentra79,381,684,887,185,988,7
Buitenschoolse opvang37,137,939,239,939,140,8
Gastouderopvang 0- t/m 3-jarigen6565,566,868,568,369,5
Gastouderopvang 4- tot 12-jarigen3736,437,136,93737,1
Bron: Belastingdienst/Toeslagen, cijferbeeld april 2022, bewerking Ministerie van SZW

2. Netto arbeidsparticipatie van ouders met jonge kinderen

De arbeidsparticipatiecijfers kunnen nog niet worden geüpdatet ten opzichte van de tweede kwartaalrapportage van 2021. Vanwege het herontwerp van de Enquête Beroepsbevolking (EBB) zijn er geen volledige jaarcijfers van 2021 of het eerste kwartaal van 2022 beschikbaar. Nieuwe cijfers worden naar verwachting gepubliceerd in de tweede kwartaalrapportage van 2022. Voor meer informatie over het herontwerp zie deze pagina.

3. De ontwikkeling van de gemiddelde uurprijs

De ontwikkeling van de tarieven in de kinderopvang is weergegeven in tabel 5. De tabel laat ook het verschil tussen de gemiddelde tarieven van de verschillende opvangsoorten en de maximum uurprijzen zien. De cijfers over de gemiddelde uurprijs zijn gebaseerd op de uurprijzen die ouders aan Toeslagen doorgeven. Er zijn enkele kanttekeningen te plaatsen bij de duiding. Niet alle ouders geven tijdig een wijziging van het uurtarief door. Daarnaast sluit het tarief dat ouders doorgeven soms niet volledig aan bij het tarief dat een kinderopvangorganisatie vraagt, bijvoorbeeld doordat ouders een tarief dat boven het maximum uurtarief ligt, niet altijd doorgeven aan Toeslagen als het tarief dat eerder is doorgegeven minstens even hoog is als de maximum uurprijs. Het is dus onduidelijk in hoeverre de uurprijzen volledig aansluiten bij de uurprijs die een kinderopvangorganisatie vraagt.

De prijzen van alle opvangsoorten zijn, zoals gebruikelijk, gestegen in het eerste kwartaal van 2022. Kinderopvangorganisaties hebben immers het tarief voor het nieuwe jaar vastgesteld. De tarieven zijn sneller gestegen dan de maximum uurprijs, waardoor het verschil tussen beide ook is gestegen.4 De gemiddelde tarieven in de dagopvang zijn het hardst gestegen met € 0,18 ten opzichte van het gemiddelde tarief vorig jaar. Het gemiddelde tarief in de dagopvang bedraagt nu 8,79 per uur, wat 3,4% boven de maximum uurprijs ligt. Het verschil tussen de maximum uurprijs en het gemiddelde tarief is met € 0,58 (7,9%) het grootst bij de buitenschoolse opvang. Daar bedraagt het gemiddelde tarief nu € 7,89. De verschillen bij de gastouderopvang zijn kleiner. Bij zowel de gastouderopvang voor 0­ tot 4-jarigen als voor 4­ tot 12-jarigen liggen de gemiddelde tarieven nu respectievelijk € 0,02 (0,4%) en € 0,07 (1,0%) boven de maximum uurprijs.

20182019202020212022 q1
Gemiddelde uurprijzen vóór maximering6   
Dagopvang7,468,128,48,618,79
Buitenschoolse opvang7,227,47,637,747,89
0- t/m 3-jarigen gastouderopvang5,996,226,386,446,54
4- tot 12-jarigen gastouderopvang6,026,286,436,486,59
Maximum uurprijzen      
Dagopvang7,458,028,178,468,5
Buitenschoolse opvang6,956,897,027,277,31
0- t/m 3-jarigen gastouderopvang5,916,156,276,496,52
4- tot 12-jarigen gastouderopvang5,916,156,276,496,52
Relatief verschil gemiddelde t.o.v. maximum uurprijzen      
Dagopvang0,10%1,20%2,90%1,70%3,40%
Buitenschoolse opvang3,90%7,40%8,60%6,50%7,90%
0- t/m 3-jarigen gastouderopvang1,40%1,20%1,80%-0,80%0,40%
4- tot 12-jarigen gastouderopvang1,80%2,10%2,60%-0,20%1,00%
Bron: Belastingdienst/Toeslagen, cijferbeeld april 2022, bewerking SZW

4. Aanbod kinderopvang

In tabel 6 is het aantal locaties dat kinderopvang aanbiedt weergegeven. Het aantal locaties in de dagopvang is gestaag gestegen in het eerste kwartaal van 2022. Ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar zijn er bijna 100 locaties bijgekomen. Het aantal locaties buitenschoolse opvang was licht gedaald aan het begin van het jaar, maar is daarna weer gestegen. Daarmee is het aantal locaties met 7.676 weer vrijwel terug op het niveau van oktober 2021. De dalende trend bij het aantal gastoudervoorzieningen zet onverminderd door. Het afgelopen kwartaal is dit aantal afgenomen met 408 voorzieningen ten opzichte van het begin van het jaar.

Tabel 6: aantal kinderopvang- en gastouderlocaties

Jan.Jan.Jan.Jan.Apr.JuliOkt.Jan.Apr.
201820192020202120212021202120222022
Dagopvang9.0299.0039.0299.0669.0479.0599.1259.1399.156
BSO6.8947.1527.3847.5697.5957.6157.6887.6557.676
Gastouders31.44727.88125.23722.67522.33621.95221.20620.57820.170
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Bron: DUO rapportage Landelijk Register Kinderopvang

  1. De cijfers zijn gebaseerd op de opgaven van aanvragers, die nog kunnen wijzigen als gevolg van het definitief vaststellen van inkomen en gebruik. Voor 2018 en 2019 zijn vrijwel alle beschikkingen en onderliggende gegevens definitief; ook voor 2020 is het grootste deel van de beschikkingen definitief vastgesteld.
  2. Bij gemiddelde aantallen wordt een kind dat bijvoorbeeld 1 dag in een jaar naar kinderopvang gaat en waarvoor de ouders recht hebben voor kinderopvangtoeslag voor 1/365 meegeteld.
  3. De som der delen is groter dan het totaal. Dit komt omdat een kind binnen een kalenderjaar van meer dan een type opvang gebruik kan maken (bijvoorbeeld gastouderopvang en kinderdagopvang). Voor het totaal aantal kinderen wordt zo’n kind één keer meegeteld.
  4. Voor zover de snellere tariefstijging verklaard wordt door hogere inflatie en loonstijging, wordt dit via nacalculatie alsnog meegenomen in de indexatie van de maximum uurprijzen voor 2023.
  5. Het betreft de gemiddelde uurprijzen, waarbij gewogen is naar gebruik. Ter illustratie: de uurprijs van gebruikers die 60 opvanguren afnemen weegt drie keer zo zwaar mee bij bepaling van het gemiddelde als de uurprijs van gebruikers die 20 opvanguren afnemen.
  6. Deze cijfers over de gemiddelde uurprijs zijn gebaseerd op de uurprijzen die ouders aan de Belastingdienst/Toeslagen doorgeven.

Download de originele rapportage :


De gegegevens in dit artikel zijn voor het laatst bijgewerkt en gecontroleerd op 29 september 2023