Om kinderen al op jonge leeftijd in meerdere talen vaardig te maken wil het kabinet meertalige dagopvang mogelijk maken. Via het – op 31 maart 2023 aan de Raad van State voorgelegde –  wetsvoorstel mogen kinderopvangcentra vanaf 2024 dagopvang (voor maximaal 50% van de dagelijkse opvangtijd) in het Duits, Engels of Frans aanbieden. Meertaligheid in deze drie talen kan vervolgens worden voortgezet in het basisonderwijs. Voor de buitenschoolse opvang bestaat deze mogelijkheid al sinds 2017.

Uit onderzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid blijkt dat er een behoefte bestaat onder ouders naar meertalige dagopvang. Met name dagopvang in het Engels wordt vaker genoemd. En in de grensregio’s is er ook behoefte aan Duits en Frans op de opvang.

De afgelopen jaren hebben een aantal organisaties geëxperimenteerd met meertalige dagopvang. Daaruit blijkt dat meertalige dagopvang voordelen biedt voor zowel kinderen bij wie Nederlands de thuistaal is als kinderen voor wie Nederlands een vreemde taal is. Een verdeling van ten minste 50% Nederlands (of Fries of een streektaal) en ten hoogste 50% Duits, Engels of Frans heeft positieve effecten voor de taalontwikkeling van kinderen.

Doorgaande Leerlijn

Het kabinet kiest er bij de meertalige kinderopvang voor om aan te haken bij de meertaligheid in het primaire onderwijs. Zo kan er een ‘doorgaande leerlijn’ worden aangehouden waardoor kinderen de tweede taal ook in het onderwijs kunnen voortzetten en beter kunnen onderhouden.