Het aandeel mannen in de kinderopvang is nog steeds relatief laag. Er zijn verschillende redenen voor het lage percentage mannen in de kinderopvang. Een van oudsher belangrijke reden is dat het werken met jonge kinderen vaak gezien werd als ‘vrouwenwerk’. Tot het begin van deze eeuw werd ook niet gesproken over de genderneutrale functie “pedagogisch medewerker” maar over het vrouwelijke “leidster’”. Ook heden ten dage wordt (helaas) door sommige organisaties nog steeds gesproken over “Dag van de leidster”  

Enkele misbruikschandalen hebben er ook voor gezorgd dat ouders vaak wantrouwend zijn tegen de aanwezigheid van mannen tewerk op kinderdagverblijven, met als gevolg dat deze vaak ook niet op een kinderdagverblijf te werk worden gesteld. Sinds die zaken zijn er bij kinderdagverblijven diverse veiligheidsmaatregelen (4-ogenprincipe) ingevoerd om deze schandalen te voorkomen.

Maar zijn ouders nog steeds die mening toegedaan? En wat is de mening van (vrouwelijke) medewerkers in de kinderopvang?

Stellingen

De grote meerderheid is het eens met de stelling: “het is goed voor de ontwikkeling van de kinderen als er meer mannen werkzaam zijn in de kinderopvang.” Slechts een klein percentage is het hier niet mee eens.

Stelling : het is goed voor de ontwikkeling van de kinderen als er meer mannen werkzaam zijn in de kinderopvang.

De meeste (vrouwelijke) medewerkers hebben ook geen bezwaar tegen een mannelijke collega op het kinderdagverblijf, alhoewel het aandeel bij een babygroep (0-2 jaar) wel iets lager is dan bij een peutergroep (2-4 jaar).

Stelling : Als (vrouwelijk) pedagogisch medewerker heb ik geen bezwaar tegen een mannelijke PM op een babygroep (0-2 jaar) .
Stelling : Als (vrouwelijk) pedagogisch medewerker heb ik geen bezwaar tegen een mannelijke PM op een peutergroep (2-4 jaar) .

Bij ouders is een vergelijkbaar beeld te zien. De meerderheid heeft geen bezwaar tegen mannelijke medewerkers op een babygroep of peutergroep, waarbij toch wel gesteld kan worden dat hoe ouder de kinderen, hoe minder bezwaar er is.

Stelling : Als ouder heb ik geen bezwaar tegen een mannelijke pedagogisch medewerker op de babygroep (0 tot 2 jaar) van mijn kind.
Stelling : Als ouder heb ik geen bezwaar tegen een mannelijke pedagogisch medewerker op de peutergroep (2 tot 4 jaar) van mijn kind.

Dat blijkt uit de uitkomsten bij de stelling of er bezwaar is tegen een mannelijke medewerker bij de BSO.

Stelling : Als ouder heb ik geen bezwaar tegen een mannelijke pedagogisch medewerker op de BSO groep (4 tot 13 jaar) van mijn kind.

Stellingen bij Kinderopvang-Wijzer

Kinderopvang-Wijzer heeft een breed publiek die een interesse heeft in de kinderopvang, als ouder/verzorger, medewerker, bestuurder of andere belangstellende.

De stellingen en vragen die gesteld worden aan onze bezoekers kunnen informatief zijn en een beeld geven. Verschillende perspectieven en standpunten kunnen belicht worden en daardoor bijdragen aan een bredere discussie. De uitkomsten van de vragen zijn gelijk openbaar.

Heb jij een stelling/vraag m.b.t. de kinderopvang, die je graag wilt stellen aan een breed publiek, dan kan dat. Stuur de stelling/vraag met motivatie in via dit adres. Kinderopvang-Wijzer zal dan beoordelen of deze gepubliceerd kan worden.