Het aandeel mannen in de kinderopvang is nog steeds relatief laag. Uit cijfers van het CBS blijkt dat in het 3e kwartaal van 2022 ongeveer 5,5% van de werkzame personen in de kinderopvang man was. In de loop der jaren is dit percentage wel iets gestegen, in 2013 was dit aandeel namelijk 4,7%.

In de provincie Drenthe was het aandeel mannen het laagst, in de provincie Utrecht het hoogst (mogelijk door aanwezigheid hoofdkantoor Partou / Smallsteps). Overzicht per provincie staat onderaan deze pagina.

Inschattingen gaan ervan uit dat circa de helft van de mannen werkzaam zijn bij de opvanggroepen van BSO’s en de helft in kantoor-, management- of facilitaire functies.

Er zijn verschillende redenen voor het lage percentage mannen in de kinderopvang. Een van oudsher belangrijke reden is dat het werken met jonge kinderen vaak gezien werd als ‘vrouwenwerk’. Tot het begin van deze eeuw werd ook niet gesproken over de genderneutrale functie “pedagogisch medewerker” maar over het vrouwelijke “leidster’”. Ook heden ten dage wordt (helaas) door sommige organisaties nog steeds gesproken over “Dag van de leidster”  

Enkele misbruikschandalen hebben er ook voor gezorgd dat ouders vaak wantrouwend zijn tegen de aanwezigheid van mannen tewerk op kinderdagverblijven, met als gevolg dat deze vaak ook niet op een kinderdagverblijf te werk worden gesteld. Sinds die zaken zijn er bij kinderdagverblijven diverse veiligheidsmaatregelen (4-ogenprincipe) ingevoerd om deze schandalen te voorkomen.

Mannen belangrijk voor de kinderen

Dat mannen belangrijk zijn voor de beeldvorming van de kinderen wordt algemeen onderschreven.

Zo krijgen kinderen een breder beeld van genderrollen en wordt er meer diversiteit in de opvoeding geboden. Daarnaast kan de aanwezigheid van mannen in de kinderopvang ook positieve effecten hebben op de ontwikkeling van kinderen. Mannen hebben over het algemeen een andere manier van benaderen en communiceren dan vrouwen, wat voor sommige kinderen juist heel fijn kan zijn. Het kan bijvoorbeeld helpen om kinderen die minder goed reageren op vrouwelijke pedagogisch medewerkers toch te laten openbloeien en zich veilig te voelen in de opvang. Bovendien kan het voor kinderen met een afwezige vaderfiguur of een onstabiele thuissituatie heel waardevol zijn om een mannelijke rolmodel te hebben in de kinderopvang.  

De aanwezigheid van mannelijke medewerkers in de kinderopvang kan ook bijdragen aan meer diversiteit in activiteiten en spelletjes voor kinderen.

Stellingen

Wat is jouw mening als ouder bij onderstaande stellingen?

Stelling : Als ouder heb ik geen bezwaar tegen een mannelijke pedagogisch medewerker op de babygroep (0 tot 2 jaar) van mijn kind.
Stelling : Als ouder heb ik geen bezwaar tegen een mannelijke pedagogisch medewerker op de peutergroep (2 tot 4 jaar) van mijn kind.
Stelling : Als ouder heb ik geen bezwaar tegen een mannelijke pedagogisch medewerker op de BSO groep (4 tot 13 jaar) van mijn kind.
Stelling : het is goed voor de ontwikkeling van de kinderen als er meer mannen werkzaam zijn in de kinderopvang.

Statistiek

Onderstaand het aandeel mannen en vrouwen werkzaam in de kinderopvang (incl peuterspeelzaal), cijfers afkomstig van het CBS en bewerkt door Kinderopvang-Wijzer.

2013 Q32014 Q32015 Q32016 Q32017 Q32018 Q32019 Q32020 Q32021 Q32022 Q3
%%%%%%%%%%
Nederland
mannen4,74,94,95,15,15,15,35,55,75,5
vrouwen95,395,195,094,994,994,994,894,594,494,5
Groningen
mannen8,04,55,04,88,08,07,16,56,35,4
vrouwen92,095,595,095,292,092,092,993,593,894,6
Fryslân
mannen4,85,35,04,84,34,03,63,12,94,9
vrouwen95,294,795,095,295,796,096,496,997,195,1
Drenthe
mannen5,35,65,95,64,85,34,54,23,83,6
vrouwen94,794,494,194,495,294,795,595,896,296,4
Overijssel
mannen3,84,34,34,25,84,05,05,95,65,2
vrouwen96,295,795,795,894,296,095,094,194,494,8
Flevoland
mannen4,04,34,23,83,76,15,75,45,34,9
vrouwen96,095,795,896,296,393,994,394,694,795,1
Gelderland
mannen5,34,74,85,65,35,14,65,05,65,2
vrouwen94,795,395,294,494,794,995,495,094,494,8
Utrecht
mannen5,15,55,56,67,57,06,56,97,77,4
vrouwen94,994,594,593,492,593,093,593,192,392,6
Noord-Holland
mannen5,25,45,55,35,15,65,96,26,26,0
vrouwen94,894,694,594,794,994,494,193,893,894,0
Zuid-Holland
mannen4,54,74,75,15,24,95,05,55,45,6
vrouwen95,595,395,394,994,895,195,094,594,694,4
Zeeland
mannen6,70,00,07,16,76,35,95,35,04,8
vrouwen93,3100,0100,092,993,393,894,194,795,095,2
Noord-Brabant
mannen4,33,73,83,74,44,04,44,14,64,9
vrouwen95,796,396,296,395,696,095,695,995,495,1
Limburg
mannen4,95,65,75,65,44,74,75,75,75,3
vrouwen95,194,494,394,494,695,395,394,394,394,7
Bron : CBS – bewerkt door Kinderopvang-Wijzer. % berekend op basis afgeronde aantallen.