Op 16 november 2022 is een belangrijke dag voor veel ouders, waarschijnlijk zonder dat de meeste dat weten. Er is dan een debat van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de kinderopvang met minister Karien van Gennip. Grote vraag is eigenlijk of de kinderopvang contracten gaat opzeggen en kindplaatsen gaat inleveren of dat deze toch kan groeien in aanloop van het nieuwe stelsel voor de (bijna) gratis kinderopvang.

Ook is de grote vraag of het beoogde nieuwe stelsel van kinderopvang wel in 2025 ingevoerd kan worden. Want er moet nogal wat geregeld worden, zoals een nieuwe uitvoeringsinstantie. En momenteel trappelt alleen het paard van Sinterklaas, niet de uitvoeringsinstanties om deze taak op zich te nemen. Daarbij zal dan voor 1 januari 2025 het nodige geregeld moeten worden, ook op ICT-vlak. En laat de combinatie Rijksoverheid en ICT nou meestal niet de meeste gelukkige zijn.

Personeelstekort

Ook moet er een serieuze aanpak van het personeelstekort komen. Tot nu toe komen er vooral goede bedoelingen bij de minister vandaan, maar niet echt structureels. Dat geldt al helemaal voor het sinds 2016 slepende dossier van de wet DBA. Het door de verschillende kabinetten laten aanmodderen van dit dossier zorgt nu voor veel weerstand tegen de onstuimige groei van zzp’ers in de branche.

Niet alleen kost dit de branches kinderopvang, onderwijs en de zorg in z’n algemeen enorme bakken met geld (betaald weer door belastingbetaler en de ouders), het is ook geen verbetering voor de kwaliteit en continuïteit in de branches. Branches als kinderopvang en onderwijs hebben belang bij een rust en stabiliteit zodat de medewerkers langdurig de kinderen kan begeleiden en niet met zzp’ers die kiezen voor zelfstandigheid en vrijheid.

Kinderopvangorganisaties zullen het aanbod van kindplaatsen gaan laten afhangen van het beschikbare personeel (in loondienst). Zoals het er nu naar uitziet zal dat een afname van kindplaatsen gaan betekenen en dus nog langere wachtlijsten.

Werkdruk

Medewerkers verlaten soms de branches door de werkdruk. Grotendeels afkomstig van de wet IKK, na het akkoord in 2016 van het Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang dat minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Brancheorganisatie Kinderopvang, Sociaal Werk Nederland, BOinK, de FNV Zorg en Welzijn en het CNV Zorg en Welzijn sloten. Dit leverde de nodige administratieve lasten en werkdruk op.

Betaalbaarheid

Voor ouders o zo belangrijk : de betaalbaarheid. Zou de betaalbaarheid in 2025 met name voor werkende ouders met hoge inkomens fors verbeteren, in 2023 is de praktijk dat veel ouders fors meer moeten gaan betalen voor de kinderopvang. De reden : de indexering kinderopvangtoeslag loopt fors achter bij de werkelijke kosten stijging.  Daarbij heeft minister Karien van Gennip aangegeven dat de branche zelf maar moet zorgen voor de oplopende kosten, omdat de branche zulke grote winsten zou maken, overigens zonder deze mening te onderbouwen met feiten.

Hiermee heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een dolk in de rug van de werkgevers gestoken. En aangegeven dat dit maar bij de ouders verhaald moet worden.

Zie ook : Kosten kinderopvang in 2023 duurder. Waarom ?

Kortom : een belangrijk debat voor de branche kinderopvang, werkgevers en medewerkers en de ouders.

Meer info over het debat : Neemt minister Karien van Gennip de kinderopvang wel serieus?

De gegegevens in dit artikel zijn voor het laatst bijgewerkt en gecontroleerd op 29 september 2023