Ouders kunnen in 2021 kinderopvangtoeslag krijgen voor alle opvanguren die zij hebben doorbetaald. Dit is besloten door de overheid. De hoogte van de kinderopvangtoeslag hangt in 2021 daardoor niet af van het aantal gewerkte uren. Hiermee wordt voorkomen dat ouders die als gevolg van de coronacrisis minder uren hebben gewerkt in de problemen komen en kinderopvangtoeslag moeten terug betalen.

De hoogte van de kinderopvangtoeslag is van een aantal factoren afhankelijk. Eén van die factoren s het aantal gewerkte uren van de ouder(s). Hoe hoger het aantal uren dat je als ouder werkt, hoe hoger het aantal uren kinderopvang waarvoor je kinderopvangtoeslag kan ontvangen.

Normaal is dat 140 % van je arbeidsuren als je opvang afneemt bij een kinderdagverblijf en 70 % van de arbeidsuren bij opvang op een buitenschoolse opvang. Deze koppeling werd in 2020 ook al grotendeels losgelaten en nu dus ook in 2021. In 2022 wordt het voor de buitenschoolse opvang ook 140 % van de arbeidsuren.

Aanspraak aantal uren in stand

Tijdens de coronacrisis hebben ouders soms minder uren gewerkt dan dat zij van tevoren verwachtten. Ouders die minder uren per maand konden werken dan verwacht, krijgen in 2021 gewoon toeslag voor de opvanguren die zij hebben doorbetaald. Deze maatregel heeft betrekking op toeslagjaar 2021. Het kabinet heeft dezelfde maatregel eerder ook voor het  toeslagjaar 2020 getroffen.

Doorbetalen

Het kabinet heeft gedurende de sluiting van de kinderopvang ouders gevraagd de rekening van de kinderopvang door te blijven betalen. Om te voorkomen dat ouders hierbij betaalden voor een dienst die zij niet geleverd kregen, besloot het kabinet een tegemoetkoming uit te keren voor de betaalde eigen bijdrage. Ouders hielden op deze manier recht op hun toeslag en hun plek op de kinderopvang.