In 2023 zijn meer dan 75.000 vrouwen voor het eerst moeder geworden, met een gemiddelde leeftijd van 30,3 jaar. Dit blijkt uit gegevens van het CBS.

In hetzelfde jaar werden meer dan 164.000 kinderen geboren. Bijna de helft van alle geboorten (75.600 kinderen) betrof het eerste kind van de moeder. Daarnaast was 37% een tweede kind, 12% een derde kind en 5% een vierde of volgend kind.

Het moederschap komt steeds vaker op latere leeftijd voor

Het grootste aantal kinderen wordt geboren bij vrouwen tussen de 30 en 35 jaar oud, met 117 kinderen per duizend vrouwen in die leeftijdsgroep. Geboorten op zeer jonge of oudere leeftijd zijn minder gebruikelijk: bij vrouwen jonger dan 25 jaar werden 10 kinderen per duizend vrouwen geboren, terwijl bij vrouwen van 45 jaar of ouder dit aantal op 8 per duizend lag. Tien jaar geleden was jong moederschap meer gangbaar, terwijl moederschap op latere leeftijd nu iets vaker voorkomt. In totaal werden er 43 kinderen per duizend vrouwen tussen 15 en 50 jaar oud geboren.

Vrouwen gemiddeld 30,3 jaar oud bij eerste kind

In 2023 waren vrouwen gemiddeld 30,3 jaar oud toen ze voor het eerst moeder werden. Dit leeftijdsniveau bleef stabiel ten opzichte van de voorgaande twee jaren. In 2013 lag de gemiddelde leeftijd op 29,4 jaar. In vergelijking met andere Europese landen worden Nederlandse vrouwen over het algemeen op latere leeftijd moeder. De gemiddelde leeftijd bij het krijgen van het eerste kind in de Europese Unie lag in 2022 op 29,7 jaar. In Nederland zijn vaders doorgaans ongeveer 2,5 jaar ouder dan moeders bij de geboorte van hun kinderen. In 2022 waren vaders gemiddeld 32,8 jaar oud bij de geboorte van hun eerste kind.

Gemiddeld kindertal per vrouw daalt

Het aantal geboorten in Nederland per jaar wordt onder andere beïnvloed door het aantal vrouwen in de vruchtbare leeftijd (15 tot 50 jaar). Het totaal vruchtbaarheidscijfer (Total Fertility Rate, TFR) houdt hier rekening mee. Dit cijfer, ook bekend als het gemiddeld aantal kinderen per vrouw, varieert in de loop der tijd. In de jaren tachtig van de vorige eeuw lag het rond de 1,50. Vervolgens steeg het geleidelijk tot 1,80 in 2010, waarna het weer begon te dalen. In 2023 bedroeg het totaal vruchtbaarheidscijfer 1,43. Uit het onderzoek “Dalende vruchtbaarheid sinds 2010: de rol van opleidingsniveau” van het CBS blijkt dat de daling sinds 2010 niet gelijkmatig is verdeeld over alle leeftijdsgroepen en opleidingsniveaus.

Zwangerschapskalender

Ben je zwanger? Gefeliciteerd! Geniet ervan. Er komt dan wel veel op je af. Tijdens de zwangerschaperiode moet er wel één en ander geregeld worden. En gaan vele vragen door je hoofd, zoals :

  • Wanneer ben je uitgerekend?
  • Wanneer vinden er echo’s plaats?
  • Wanneer moet ik me inschrijven voor kinderopvang?
  • Wat zijn de trimester periodes ?
  • Wanneer op zoek naar kraamzorg ?

Via de zwangerschapskalender krijg je een inzicht in de datums.