Kindratio

Met kindratio bedoelt men in de kinderopvang de verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal kinderen in de groep. Er gelden aparte regels voor berekenen van het kindratio bij het kinderdagverblijf en bij de buitenschoolse opvang.

Met name voor het kinderdagverblijf zijn de regels best omslachtig en moeilijk te berekenen, voor de berekening van de kindratio is een rekentool beschikbaar van de overheid.

Benamingen

De officiële benaming (in de wet) is de Beroepskracht-KindRatio, Vaak wordt echter nog leidster-kind ratio of kind-leidster ratio gebruikt of dus gewoon kindratio.

Gebruik van leidster-kind ratio is een beetje ouderwets, maar bij veel kinderdagverblijven nog wel vaak de praktijk aangezien hier bijna geen mannen werkzaam zijn. Bij de buitenschoolse opvang zijn er wel meer mannen werkzaam. Voor de functie geldt eigenlijk de “genderneutrale” term : pedagogisch medewerker.

Wet IKK

In het akkoord Innovatie en kwaliteit kinderopvang is afgesproken dat de kwaliteitseisen veranderen. Hiervoor is op 1 januari 2018 de Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (IKK) in werking getreden. Zo zijn per 1 januari 2019 de wijzigingen in de beroepskracht-kind-ratio baby’s en de wijziging BKR buitenschoolse opvang in werking gesteld. 

De wijzigingen komen voort uit het akkoord Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang dat minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Brancheorganisatie Kinderopvang, Sociaal Werk Nederland, BOinK, de FNV Zorg en Welzijn en het CNV Zorg en Welzijn in 2016 sloten. Op een later moment heeft ook de Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang zich achter het akkoord geschaard. 

Wijzigingen kindratio 2019

De aanpassing van de beroepskracht-kindratio (BKR) heeft tot doel om beter aan te sluiten bij de ontwikkelingsfasen van kinderen. De nieuwe rekenregels van de BKR zijn ingegaan op 1 januari 2019.

De wijzigingen die in 2019 werden ingevoerd (in het kort):

  • De kindratio (BKR) voor nuljarigen is aangepast van 1 pedagogisch medewerker op 4 kinderen, naar 1 op 3. Dat heeft invloed op de groepssamenstelling en de maximale groepsgrootte van groepen waar nuljarigen in zitten, zowel de horizontale als de verticale groepen.
  • De kindratio (BKR) voor kinderen van 7 tot 13 jaar is 1 pedagogisch medewerker op 12 kinderen geworden. Deze wijziging heeft gevolgen voor de groepssamenstelling en de maximale groepsgrootte.
  • De kindratio (BKR) voor kinderen van 4 tot en met 6 jaar is 1 op 10 gebleven. Voor verticale groepen van 4 tot 13 jaar geldt een BKR van 1 op 11. Deze wijziging heeft gevolgen voor de groepssamenstellingen en de maximale groepsgrootte.
  • Voor de berekening van de kindratio (BKR) bij combinatiegroepen van dagopvang en buitenschoolse opvang wordt een kind van 4 jaar en ouder beschouwd als een kind van 3 jaar.

Meer tijd en aandacht voor baby’s

Tijd en aandacht voor de baby is belangrijk bij de opvang. Dit wordt beïnvloed door de beroepskracht-kindratio. Het aantal pedagogisch medewerkers in verhouding tot nuljarigen is veranderd van 1 op 4, naar 1 op 3.

Door de aanpassing van de BKR kan de pedagogisch medewerker meer tijd en aandacht besteden aan de baby’s. Pedagogisch medewerkers kunnen inspelen op de individuele behoeften van een baby. Meer tijd en aandacht voorkomt ook stress door overprikkeling bij baby’s.

Wijziging beroepskracht-kindratio 7 jaar en ouder

Kinderen in de buitenschoolse opvang hebben meer behoefte aan zelfstandigheid en het maken van eigen keuzes. Het spelen met vriendjes is belangrijker dan een vaste groep, vaste beroepskrachten, vaste ruimten en een vast dagritme. Ouderen kinderen vullen zelf hun vrije tijd in en ontplooien eigen initiatieven. De afhankelijkheid van begeleiding door een pedagogisch medewerker is hierdoor minder groot. De beroepskracht-kindratio voor kinderen van 7 jaar en ouder in de buitenschoolse opvang is daarom verruimd van 1 pedagogisch medewerker op 10 kinderen, naar 1 op 12.

Stakingen kinderopvang 2021

In 2021 probeert FNV Zorg en Welzijn de werkgevers te dwingen deze groepsgrootte en dus het kindratio eenzijdig aan te passen zonder dat het in de wetgeving wordt opgenomen en de financiering door de Overheid (kinderopvangtoeslag) wordt aangepast

De reden is hiervoor de werkdruk (kindratio + administratieve lasten) die deze regelgeving heeft opgeleverd. Alhoewel alle partijen in de kinderopvang het eens zijn dat de werkdruk te hoog is, sluiten werkgeverspartijen BK en BMK en vakbond CNV een CAO af en trekken gezamenlijk op richting de overheid om de werkdruk structureel aan te passen. De FNV Zorg en Welzijn organiseert op basis van een zeer kleine groep leden stakingen om hun eisen (waaronder ook zeer forse looneis) kracht bij te zetten.