Mogelijk kan je op 14 september niet je kind naar de kinderopvang brengen omdat er een staking is op de locatie waar je kind wordt opgevangen. Waarom een stakinge kinderopvang? Wat is de achtergrond ? In onderstaand artikel geven we je een toelichting.

De kinderopvangbranche

Er zijn zo’n 2.950 verschillende werkgevers (rechtspersonen) in de kinderopvangbranche. Deze bieden gezamenlijk zo’n 615.000 kindplaatsen aan, verdeeld circa 16.500 locaties (kinderdagverblijven en buitenschoolse opvang). Deze bieden werk aan circa 110.000 medewerkers in loondienst (en 10.000 als uitzendkracht , zzp’er). Nu is het wel zo dat de 100 grootste organisaties (=3,4%) ongeveer 49 % van het aantal kindplaatsen vertegenwoordigen. Er zijn in ieder geval 3 brancheorganisaties voor de werkgevers actief, de BK, BMK en BVOK. Circa 35 % van de werkgevers is lid van de BK en/of BMK. Deze 35 % heeft dan weer circa 75 % van de werknemers in de kinderopvang in dienst.

De werknemers zijn veel minder vertegenwoordigd. Naar schatting 15 % van de werknemers in de kinderopvang zijn lid van een vakbond. Actief zijn de FNV Kinderopvang met circa 13.000 leden, de CNV Kinderopvang en sinds kort de LBV, de laatste vermoedelijk met een zeer beperkt aantal leden.

De euro’s

De euro’s spelen zoals natuurlijk een rol bij een branche en de cao onderhandelingen. Aan bijna alle wensen en eisen hangt immers een prijskaartje. De vraag is dan ook vaak of die prijs betaald kan worden en hoe die betaald kan worden en door wie.

Alhoewel de kinderopvangbranche een zelfstandige branche is, is deze afhankelijk van besluitvorming van de Rijksoverheid. Zonder de kinderopvangtoeslag zal je waarschijnlijk niet in staat zijn om de rekening zelf te betalen.

De hoogte van de maximum uurtarieven voor de kinderopvangtoeslag zijn dus zeer belangrijk. En één ding wat al jaren bekend is en recent nog bevestigd is door de SER: de verhoging van deze tarieven loopt niet gelijk op met werkelijke kostenstijgingen in de branche, of dit nu het cao-loon is, danwel de kostenverhogingen als gevolg van de Wet IKK.

Als het verschil tussen de tarieven in de branche en de uurtarieven voor de kinderopvangtoeslag te groot wordt, neemt de eigen bijdrage voor jou als ouder sterk toe. Mogelijk ga je dan op zoek naar andere (informele) opvang.

Financiële situatie  

Blijkens sectorrapporten van het Waarborgfonds Kinderopvang is de financiële situatie van de branche veelal lager/slechter dan gemiddeld in het MKB. De rendementen bedragen circa 3 %

Het is gemiddeld genomen dus niet een branche met heel veel op de vet op de botten.

Werkdruk en kwaliteit : kindratio

In de loop der jaren zijn er veel maatregelen getroffen om de kwaliteit inde kinderopvang en de zorg van je kind te verbeteren. Zo zijn er hogere opleidingseisen, meer GGD-controles en regels, logboeken en registraties. Veel daarvan is vastgelegd in de Wet IKK. Deze wet is gebaseerd op een overeenkomst tussen brancheorganisaties, vakbonden (FNV en CNV) en BOinK. Vakbond FNV Zorg en Welzijn wil dat de werkgevers het kindratio (Beroepskracht Kindratio)

Deze wet- en regelgeving zorgt voor extra werkdruk.  

Personeelskrapte

Zoals vele branches kampt de kinderopvang al geruime tijd met een personeelstekort. Om een beetje een idee te krijgen: deze is 2 a 3 keer zo hoog als in het basisonderwijs. De FNV Zorg en Welzijn wil ook staken voor “meer collega’s”. Aangezien medewerkers aan de nodige eisen moeten voldoen is dat niet zomaar te regelen. Een staking organiseren is ook niet bepaald goed voor de repuatie van de branche en kan juist contra werken.

Peuteropvang

Bij invoering van de Wet IKK op 1 januari 2018 hielden ook de peuterspeelzalen (PSZ) op te bestaan. Deze werden ondergebracht onder de Wet Kinderopvang en de opleidings= en kwaliteitseisen van de kinderopvang. De PSZ gingen door met namen als peuteropvang, voorschoolse opvang  (VE of VVE-locatie). Feitelijk zijn het nu gewoon kinderdagverblijven, met soms een specifieke doelgroep.

De medewerkers van de PSZ zijn sinds die tijd met een overgangsregeling gefaseerd overgegaan van hun oude cao naar de cao kinderopvang. Voor deze medewerkers vaak een verzwaring en wordt dit als teruggang ervaren. De peuterspeelzalen waren vroeger ook alleen in schoolweken open, met de modernisering wordt dit vaak aangepast naar opvang gedurende het hele jaar.

De lijst met stakingslocaties bevat dan ook veel PSZ/VVE/Voorschool locaties.

En toen waren er cao onderhandelingen

Eerder dit jaar begonnen de cao onderhandelingen tussen werkgeversorganisaties BK,BMK en BVOK en de vakbonden CNV en FNV. Belangrijkste onderhandelingspunten: uiteraard salarisverhogingen en verlaging van de werkdruk. De eisen van de FNV waren fors te noemen terwijl de verschillen bij de andere partijen dichter bij elkaar lagen. Tijdens de onderhandeling begon de FNV ook al te dreigen met acties en stelde uiteindelijk een ultimatum aan de werkgevers.

Het gevecht

De FNV is van mening dat de werkgevers eenzijdig werkdruk verlagende maatregelen moeten nemen die niet in de wetgeving )Wet IKK) is beschreven. Werkgevers (en CNV) zijn van mening dat de overheid de wetgeving moet aanpassen (en de daarbij behorende verzwaring van de kosten moeten doorvoeren in de maximum uurtarieven voor de kinderopvangtoeslag zodat jij als ouder niet de volle rekening hiervoor betaald.

Even ter herinnering : de Wet IKK is gebaseerd op een overeenkomst waarbij de FNV ook partij was.

De acties

Het gevolg zijn dus acties door de FNV Kinderopvang op in ieder geval 1 juli en 8 juli en nu op 14 september. De BK en BMK hebben een Cao akkoord gesloten met de CNV. De BVOK daarbij ook met een nieuwe vakbond , de LBV.

Staan alle werknemers achter de acties

De korte versie : nee.

De lange versie : de FNV vertegenwoordigt maar een klein gedeelte van de werknemers (circa 12 % van totaal aantal medewerkers). De FNV is niet heel transparant met getallen, maar de acties zijn zeer waarschijnlijk het besluit van circa 70 leden (van circa 75 leden) die mee hebben gedaan met de stemming tegen het werkgeversaanbod.

Ook bij FNV – leden is er om verschillende redenen weestand tegen deze stakingen. Deze vinden bijvoorbeeld de timing niet goed (zo vlak na de lockdowns) of omdat niet alle eisen van de FNV voor hun belangrijk zijn. Zo wenst de FNV afschaffing van de jaarurensystematiek, maar deze systematiek wordt maar bij een gedeelte van de branche toegepast.

Of omdat deze ook realiseren dat de oplossing van de werkdruk niet zozeer bij de werkgevers ligt, maar bij de bron ervan : de werkdruk ten gevolge van de Wet IKK (dus de overheid).

En er wordt ook wel gedacht dat FNV gezien het dalende ledenaantal ook wel graag nieuwe leden ziet (en om stakingsvergoeding te krijgen moet je lid zijn van de FNV).

En nu ?   

Als je kind niet naar de kinderopvang kan omdat de pedagogisch medewerker(s) staken, hoef je waarschijnlijk niet te betalen voor de opvang. Maar dat heeft tot gevolg dat je ook geen recht op kinderopvangtoeslag hebt over die uren. Je moet dus ook nog een wijziging doorgeven.

Aangezien de kinderopvangtoeslag meestal het grootste gedeelte financiert van de kosten, heeft de Belastingdienst hierbij het “grootste” voordeel.

Mogelijk biedt de kinderopvang compensatie op een andere manier aan.

Vraag hier naar bij jouw kinderopvangorganisatie hoe deze hier mee omgaat als je te maken hebt met stakingen.

En waar wordt op 14 september gestaakt?  

Onderstaand een lijst die je kan downloaden met de organisaties, locaties en opvangvormen waar stakingen zijn aangekondigd.