onderzoek

Bijna een derde (32%) van de ouders vindt kinderopvang nauwelijks te betalen. Dat schrijven Verena Seibel en Mara Yerkes sociologen aan de Universiteit Utrecht, in hun rapport Op weg naar een nieuw kinderopvangsysteem?. Seibel: “Ouders zonder migratieachtergrond en ouders met een hoger opleidingsniveau vinden kinderopvang minder duur dan ouders met een migratieachtergrond en ouders met een lager opleidingsniveau.”

Voor hun onderzoek namen de Utrechtse sociologen in juli 2021 bij 751 ouders een enquête af. Een van de stellingen in de enquête luidde: kinderopvang is tegenwoordig nauwelijks betaalbaar. Seibel: “Een relatief grote groep ouders, 32%, bleek het hiermee (zeer) eens te zijn.” In die groep zijn de lageropgeleide ouders meer vertegenwoordigd dan de hogeropgeleide ouders. Yerkes: “Hoe hoger het opleidingsniveau, hoe groter de kans dat ouders het oneens zijn met de stelling dat formele kinderopvang nauwelijks meer betaalbaar is. Dat betekent dat binnen het huidig systeem kinderopvang mogelijk als onbereikbaar wordt gezien door een grote groep ouders – met mogelijk ongelijkheid als gevolg.”

Aanvraagprocedure lastig

Seibel en Yerkes vroegen de ouders ook naar de moeilijkheidsgraad van het aanvragen van de kinderopvangtoeslag. Daaruit bleek dat een vierde (25%) van de ouders de aanvraagprocedure ingewikkeld vond. Vooral middel- en hoger opgeleide ouders (mbo of hoger) gaven aan moeite te hebben met het aanvragen van de toeslag. Ouders met een opleiding op of onder vmbo-niveau hadden relatief de minste problemen met de aanvraagprocedure. 

Meer resultaten over de ervaringen van ouders met de kinderopvang zijn te vinden in het rapport Op weg naar een nieuw kinderopvangsysteem?  

Bovenstaande is afkomstig van een nieuwsbericht van de Universiteit Utrecht.

Van de redactie

De onderzoekers zijn overigens niet goed op de hoogte welke vormen van formele kinderopvang er in Nederland zijn. De door de onderzoekers in het rapport aangehaalde “peuterspeelzalen” als formele kinderopvang bestaat al niet meer sinds 2018.

Formele opvang is:
• dagopvang voor kinderen van nul tot vier jaar, ook bekend als kinderdagverblijf, kinderdagopvang of het ouderwetse creche;
• buitenschoolse opvang – zowel voor als na schooltijd als in schoolvakanties – voor basisschoolkinderen, ook wel bekend als BSO of NSO;
• opvang door ouderparticipatiecrèches of door gastouders via een gastouderbureau.

Voorschoolse educatie (oftewel VE); vroeger bekend als voor- en vroegschoolse educatie (VVE); is gericht om kinderen van 2/2,5-4 jaar waarbij een educatie methode wordt gebruikt. Dit wordt vaak al veel gebruikt door veel kinderdagverblijven. Het wordt echter officieel als VE geregistreerd in het LRK wanneer dit voldaan is aan eisen door de GGD. Dit is weer afhankelijk van de (subsidie) voorwaarden van de lokale gemeente.

Betaalbare kinderopvang – gratis kinderopvang

Uit onderzoek van Kinderopvang-wijzer.nl is ook gebleken dat er grote verschillen in de netto kosten van de kinderopvang (de eigen bijdrage kinderopvang) bestaan.

Onderstaand een overzicht van de eigen bijdrage voor ouders die één kind op een kinderdagverblijf hebben geplaatst bij een inkomen van € 20.000

Inkomen € 20,0005 dagen4 dagen3 dagen2 dagen1 dag
Gemiddelde €     253 €     158 €    121 €      81 €     40
Laagste €       78 €       62 €      48 €      32 €     16
Hoogste €     370 €     236 €    187 €    125 €     62

De hoogste eigen bijdrage is circa 4 keer zo hoog als de laagste. Daarbij is ook zeker geen verschil tussen organisaties die claimen maatschappelijke kinderopvang te zijn of de “commerciële” kinderopvang. De hoogste eigen bijdrages zijn afkomstig van “maatschappelijke” organisaties. Zie ook “Bestaat er wel maatschappelijke kinderopvang”.

Een simpel hulpmiddel om de netto eigen bijdrage kinderopvang uit te rekenen is via onze download van .het rekenmodel van Kinderopvang-Wijzer.

De gegegevens in dit artikel zijn voor het laatst bijgewerkt en gecontroleerd op 26 december 2022