Ontvang je Toeslagen dan ben je zelf verantwoordelijk voor doorgeven van wijzigingen die van belang zijn voor de hoogte van de Toeslag. Alleen wordt dat vaak niet gedaan, ook niet als de ouder gewezen wordt op mogelijk onjuiste gegevens. Uit gegevens van de Belastingdienst blijkt dat een ruime meerderheid geen wijzigingen doorgeeft, zelfs als men erop wordt gewezen dat dit wel zou moeten.

Momenteel worden ouders door de Belastingdienst geattendeerd op geconstateerde afwijkingen in inkomens- of opvanggegevens met het verzoek om de aanvraag te wijzigen. Deze gegevens zijn, voor de kinderopvangtoeslag, gebaseerd op door de kinderopvangorganisaties aangeleverde data. In veel gevallen leiden deze attenderingen echter niet tot het gewenste effect. In 2023 heeft bijvoorbeeld ongeveer 64% van de burgers hun aanvraag niet aangepast na een attendering op basis van een afwijking in het aantal opvanguren, en ongeveer 75% paste hun aanvraag niet aan na een attendering op basis van een afwijking in het inkomen. Dit creëert een dilemma: Dienst Toeslagen voorziet een toekomstige (hoge) terugvordering, maar slaagt er grotendeels niet in de burger te bewegen de gegevens zelf aan te passen.

Voorkomen van terugvorderingen

De Dienst Toeslagen streeft ernaar om terugvorderingen zoveel mogelijk te voorkomen. Niettemin blijven er nog steeds terugvorderingen plaatsvinden als gevolg van afwijkingen in de gerapporteerde opvanguren. Om dit verder te verminderen, zijn kinderopvangorganisaties (KOO’s) sinds 2022 verplicht om maandelijks gegevens aan te leveren aan de Dienst Toeslagen. Deze gegevens moeten helpen om terugvorderingen als gevolg van foutieve informatie in de aanvragen zoveel mogelijk te voorkomen.

Bij de invoering van deze maatregel uitten Kamerleden bezorgdheid over de kwaliteit en het gebruik van deze gegevens. In de toelichting bij het wetsvoorstel Overige Fiscale maatregelen 2022 is echter vermeld dat aanvragen niet zonder tussenkomst van burgers worden gewijzigd op basis van deze leveringen. Dienst Toeslagen zou door aanvraaggegevens aan te passen kunnen voorkomen dat er langdurig onterecht toeslagen worden uitgekeerd en dat er hoge terugvorderingen ontstaan.

Om dit probleem van terugvorderingen aan te pakken, is samen met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een plan ontwikkeld om te onderzoeken in hoeverre het ambtshalve wijzigen van aanvragen op basis van actuele gegevens van KOO’s kan bijdragen aan het verminderen van terugvorderingen. Dit vereist geen wetswijziging. Daarom is het plan om in 2024 pilots uit te voeren, waarbij aanvragen van burgers onder strikte waarborgen worden aangepast op basis van actuele opvang- en inkomensgegevens. Deze aanpassingen zullen met grote zorgvuldigheid worden uitgevoerd, met verschillende processtappen en waarborgen ingebouwd. De burger behoudt te allen tijde de mogelijkheid om deze aanpassingen te voorkomen of terug te draaien.

Gezien het belang van dit initiatief en de eerder gedane toezegging in de toelichting bij het wetsvoorstel, zal de Tweede Kamer nauw betrokken worden bij dit proces. De planning is om in mei 2024 de processen voor het aanpassen van aanvragen in gang te zetten, waardoor de Tweede Kamer de mogelijkheid heeft om zich over deze voorstellen uit te spreken voordat ze worden uitgevoerd.

Waarborgen

Er zijn diverse processtappen en waarborgen geïntegreerd, waarbij de burger te allen tijde de actie van de Dienst Toeslagen kan voorkomen of ongedaan kan maken. De aanpassingen zijn gebaseerd op inkomens- en opvanggegevens die aan een grondige kwaliteitscontrole worden onderworpen. Alleen gegevens met het hoogste betrouwbaarheidsniveau worden gebruikt voor een ambtshalve wijziging, die plaatsvindt wanneer burgers niet reageren op een attendering. Het hoofddoel is het voorkomen van aanzienlijke terugvorderingen, daarom worden voorschotten alleen naar beneden bijgesteld. Dit initiatief voorkomt dat burgers bij de definitieve toekenning van hun toeslag een aanzienlijk bedrag moeten terugbetalen.

Bij afwijkingen in het aantal opvanguren tussen de aanvraag en de gegevens van de kinderopvangorganisatie (KOO) wordt de burger eerst geattendeerd op deze afwijking, met het verzoek de aanvraag te wijzigen. Bij uitblijvende reactie wordt een herinnering gestuurd, waarin het voornemen tot wijzigen wordt aangekondigd. Bij wijzigingen op basis van inkomensgegevens wordt gekeken naar de realisatie van het voorgaande jaar. Alleen als de burger het voorgaande jaar eerder al is geattendeerd op een afwijking, niet heeft gereageerd en er een terugvordering is geweest, komt deze in aanmerking voor de pilot.

Bij de eerste attendering wordt direct het voornemen tot wijzigen gecommuniceerd, als het voorgaande jaar al is gebleken dat de kans groot is dat de burger niet reageert op een attendering. Na bevestiging van de wijziging heeft de burger nog ongeveer twee weken om de aanvraag alsnog aan te passen of bezwaar aan te tekenen tegen de voorgestelde wijziging van de Dienst Toeslagen, zodat het voorschot niet wordt gewijzigd. Zelfs na deze periode kan de burger nog steeds de gegevens wijzigen, die dan bij een volgend voorschot worden verwerkt. Hierdoor behoudt de burger de controle over zijn aanvraag, terwijl ook wordt gezorgd voor bescherming tegen aanzienlijke terugvorderingen.