Normaliter vindt er jaarlijks een verhoging plaats van de salaristrede volgens de cao, totdat het maximum van de salarisschaal bereikt is. Het specifieke tijdstip waarop deze periodiek plaatsvindt, kan echter variëren per werkgever, aangezien dit niet strikt is voorgeschreven in de cao. De gehanteerde methode kan afhangen van diverse factoren, zoals het gebruik van een eigen HRM/salarissysteem door de werkgever of het uitbesteden van deze processen of de eigen interpretatie van de cao.

 Zo kan deze worden toegekend volgens de methodiek van een jaarlijkse individuele datum of van een jaarlijkse vaste datum.

Periodiek jaarlijkse individuele datum

De periodieke salarisverhoging wordt elk jaar toegekend, en het meest voor de hand liggend is dat de werkgever een datum hanteert die één jaar na je indiensttreding ligt, of mogelijk één jaar na  moment van een functiewijziging.  Er zijn wel nog enkele variaties denkbaar binnen dit kader

Werkelijke datum in dienst: De werkgever hanteert de daadwerkelijke datum van indiensttreding als referentiepunt. Dus stel dat je op 20 maart 2023 in dienst bent getreden, dan wordt op 20 maart 2024 je salaris aangepast. Gedurende een deel van die maand ontvang je dan salaris volgens de oude salaristrede en een ander deel van de maand volgens de nieuwe salaristrede.

Een geavanceerd salarissysteem zal dit automatisch berekenen, maar het kan soms ingewikkeld zijn om uit te leggen, omdat de berekening ook nog kan worden gebaseerd op kalenderdagen (bijvoorbeeld 31 dagen in maart), werkdagen (variërend tussen 21 en 23 dagen) of roosterdagen (afhankelijk van het persoonlijke rooster).

Volle maand in dienst: Een andere optie is dat gekozen wordt voor 1e volle maand in dienst. Ben je dus op 20 maart 2023 in dienst getreden is de maand april 2023 de eerste volle maand. De periodiekdatum is dan 1 april 2024. Dus geen moeilijke berekeningen maar gewoon over de hele maand een hogere trede.

Eerste maand in dienst: De werkgever kan ook voor een variatie kiezen waarbij de periodiek datum wordt gesteld op de eerste van de maand waarop je in dienst bent gekomen. Ben je dus op 20 maart 2023 in dienst getreden wordt de periodiekdatum op 1 maart 2024 gezet.

Periodiek jaarlijkse vaste datum

Sommige werkgevers verwerken alle periodieke salarisverhogingen op een vaste datum, zoals 1 januari of 1 juli. Voor de werkgever is dit de meest gemakkelijke aanpak, aangezien op slechts één moment alle salaristredes in de salarisadministratie worden aangepast en er maar 1 vast moment is waarop eventueel aan medewerkers moet worden aangegeven waarom ze geen periodiek zullen ontvangen.

De keuze voor deze versie zal vaak ingegeven worden doordat de werkgever niet een eigen HRM/salarisadministratie voert maar alles uitbesteed bij derden. Of dat in het verleden heeft gedaan en dit zo heeft doorgezet. Of simpelweg uit gemak omdat er maar op 1 moment mutaties moet worden opgegeven.

Verschillen tussen systemen

Er zijn dus wel wat verschillen tussen de systemen.

De periodiek volgens een vaste jaarlijkse datum is de makkelijkste, voornamelijk voor de werkgever en vergt een beperktere administratie voering. De periodiek volgens een jaarlijkse individuele datum is complexer en vraagt een uitgebreidere organisatiestructuur.

Vaak worden beoordelingsgesprekken (functioneringsgesprekken/evaluatiegesprekken) gekoppeld aan een vast moment. Deze kan mede bepalend zijn voor mogelijk niet verstrekken van de periodiek. Mocht de werkgever van mening zijn dat de periodiek niet verstrekt moet worden, moet de schriftelijke bevestiging hiervan voor de periodiekdatum verstrekt worden. Bij een methodiek van jaarlijkse vaste datum moeten deze evaluaties dus allemaal op hetzelfde moment (bijvoorbeeld in november) bij alle medewerkers gevoerd worden. Dit kan een druk opleveren voor de leidinggevenden die dit moeten uitvoeren. Bij de methodiek van de individuele datum wordt dat verspreid over het jaar.

Voor de werkgever kan het financieel een klein nadeel zijn om alle periodieken per 1 januari toe te passen, sommige medewerkers krijgen al eerder een periodiek dan volgens methode van toekenning na 1 jaar.  Hier staat wel een beperktere administratievoering tegenover en mogelijk kostenbesparing.

De periodiek volgens een vaste individuele datum is persoonlijker en meer flexibel, terwijl bij een vaste datum dit voor sommige medewerkers oneerlijker kan voelen.

Vraag: Welke methode hanteert jouw werkgever voor verstrekking van de jaarlijkse periodiek?
Vraag: Wat is jouw persoonlijke voorkeur voor methodiek van toekenning periodiek?

In de cao kinderopvang (versie 2023-2024) is e.e.a. als volgt omschreven:

5.3 Jaarlijkse verhoging van het salaris

1.  Ieder jaar verhoogt de werkgever het salaris van de medewerker met 1 salarisnummer.

Dit gebeurt tot de medewerker het hoogste salarisnummer heeft bereikt van de salarisschaal van haar functie.

Valt de medewerker onder de Participatiewet? Dan verandert de werkgever het salaris alleen als het wettelijk minimumloon verandert. Dit staat ook in bijlage 2, onderdeel 3.

2.  Vindt de werkgever dat de medewerker haar werk aantoonbaar niet goed genoeg doet? Dan kan de werkgever bepalen dat ze het salaris van de medewerker dit jaar niet verhoogt. De werkgever moet dit eerst schriftelijk laten weten aan de medewerker. Daarbij moet ze uitleggen waarom ze vindt dat de medewerker haar werk niet goed genoeg doet.

3.  Vindt de werkgever dat de medewerker haar werk zeer goed of uitstekend doet? Dan kan de werkgever het salaris van de medewerker verhogen met meer dan 1 salarisnummer. De werkgever moet dit eerst schriftelijk laten weten aan de medewerker. Daarbij moet ze uitleggen waarom ze vindt dat de medewerker haar werk zeer goed of uitstekend doet.

4.  Wil de werkgever het salaris van de medewerker niet verhogen? Of juist met meer dan 1 salarisnummer verhogen? Dan kan de werkgever dit alleen doen als er een beoordelingsregeling is waar de medezeggenschap mee heeft ingestemd. Zie artikel 9.3, lid 2 voor meer informatie over de beoordelingsregeling.